maandag 12 mei 2014

HR 10 Ethiek en diversiteit 1

Wanneer we naar onze doelgroep “minima” kijken, denken wij dat de grootste verantwoordelijkheid van een beeldvorming bij de machtspositie van de mensen om hun heen ligt. Doordat we het idee hebben dat zo goed als ieder mens het meeste uit zichzelf wil halen en dit vaak op de manier van geld wil laten uitdrukken, is er vaak de kans voor de doelgroep minima niet om tot dit niveau te komen. We hebben dan ook het idee dat ze er zelf weinig aan kunnen doen dat die beeldvorming gevormd wordt.
Deze beeldvorming zal dan ook in stand blijven wanneer de mensen “die meer zijn” ook het gevoel blijven hebben dat ze meer zijn wanneer ze niet tot de minima behoren. Wanneer iemand uit de doelgroep zich hier tegen wil verzetten, is er weinig kans voor. Hij of zij heeft dan simpelweg het geld niet om te voldoen aan de eisen die gesteld worden om bij de “hogere” te horen.

Als we kijken naar de stelling van Sartre denken we wel dat deze doelgroep het uiterste eruit kan halen door gewoon zichzelf te blijven. Wanneer deze mensen namelijk steeds het streven hebben om bij die andere te willen horen, zullen de beeldvorming in stand blijven. Ze willen immers erbij horen, een doel dat erg moeilijk wordt wanneer er de middelen niet voor zijn. Wanneer ze zich zelf kunnen blijven, na hun kunnen leven en zichzelf niet proberen te overstijgen, denken wij dat ze de beeldvorming die er nu eenmaal is wel kunnen minimaliseren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten