dinsdag 3 juni 2014

Interview Patricia

Op 19 mei jaarlijks vond het interview bij S. plaats. S. is moeder van drie volwassen kinderen. Dochter (25 jaar) woont niet meer thuis, net zoals dochter (23), zoon (22) woont nog thuis. S. is 26 jaar getrouwd met haar man R. S. woont samen met haar man en zoon in een eengezinswoning in Vaals.
S. en R. zijn een jaar geleden in de schuldhulpsanering terecht gekomen. S. en R. ontvangen iedere maand een x-bedrag aan leefgeld. Met dit leefgeld dienen maandelijks rond te komen. Op dit moment wordt hun loon beheert door het budget beheer. De lonen van S. en R. worden iedere maand overgemaakt naar het budgetbeheer welke de vaste lasten iedere maand voor hen betaald. Ook staat er een ‘post - stop’ op het huisnummer. Alle post wordt eerst naar de bewindvoerder gestuurd voordat het doorgestuurd wordt naar S.

S. is oorspronkelijk uit Duitsland, maar bezit sinds een  jaar een Nederlands paspoort. Haar moedertaal is Duits. Door de kinderen is ze zelf Nederlands gaan leren. Tegenwoordig spreekt ze goed Nederlands. Ze heeft Nederlands zelf geleerd geeft ze aan. ‘De kinderen begonnen opeens Nederlands te praten’.
S. is opgegroeid op de ‘Kronenberg’, dit is een wijk in Aken. De ‘Kronenberg’ was zoals S. beschrijft een nette sociale buurt. Veel gezinnen met kinderen woonden hier. S. voelde zich als kind goed en veilig in deze buurt. S. geeft aan dat iedereen elkaar kende en er goed op elkaar gelet werd. Haar ouders werkten destijds allebei. Haar vader was schilder en haar moeder poetste om iets extras te verdienen per maand. Ze geeft aan vroeger al tot de arbeidersklasse te horen en dat ze hier nog steeds toebehoort.
S. is Katholiek opgevoed. Tegenwoordig bezoekt ze de kerk nauwelijks. S. geeft aan dat de kerk en haar geloof los van elkaar staan . Ze geloofd in ‘iets’ maar kan niet goed beschrijven wat ‘het’ is. Haar kinderen zijn ook Katholiek opgevoed. De kinderen van S. hebben ook de communie gedaan. S. geloofd dat er iets is dat zich ontfermt over haar kinderen. S. accepteert allerlei geloven, en wil ook dat anderen haar geloof accepteren. ‘Mensen zijn vaak jaloers op elkaar, wanneer mensen elkaar zouden respecteren en hen in hun eigen waarde zouden laten zouden er minder ruzies zijn en zou er minder geweld zijn op deze aarde’.
S. zegend haar kinderen en familie iedere avond. Op die manier hoopt ze dat haar familie gezond en gelukkig blijft. Het gezin viert alle katholieke feesten zoals kerstmis en pasen. Ook worden de verjaardagen van de familieleden ieder jaar gevierd.
Uit interview blijkt dat S. iedere morgen alle boterhammen voor de thuiswonenden smeert. Ze geeft aan dit ze dit van dag één tot nu heeft gedaan. ‘Het is een ritueel geworden’. Een ander ritueel wat S. erg belangrijk vindt is het samen aan tafel zitten en avondeten. Tegenwoordig zijn er nog maar drie stoelen bezet in plaats van vijf. S. geeft aan dit een fijn moment te vinden.

Tot haar zestiende heeft S. op de ‘Hauptschule’ (voortgezet onderwijs) gezeten. Vanuit de Hauptschule heeft ze de stap naar de ‘Haushaltschule’ gemaakt. Haar droom was altijd om te werken met kinderen. Tijdens de Haushaltschule liep ze stage bij een kinderopvang in Aken. Haar doel was om uiteindelijk ook een vaste baan te krijgen bij deze opvang. Echter werd snel duidelijk dat dit niet kon vanwege haar geloof. De kinderopvang was Protestants en S. is Katholiek. S zegt: ‘Dit bericht sloeg in als een bom’. Omdat S. op dat moment niet goed wist waar ze terecht kon is zij begonnen met werken bij de Lindt fabriek. S. raakte snel gewend aan het werk en vond het  fijn om iedere maand een inkomen te hebben. Zondoende werkte ze hier tot haar twintigste. In dezelfde periode leerde S. haar man R. kennen. Het jonge paar ‘zweefde’ op een enorme roze wolk en voordat ze het wisten waren ze in verwachting van hun eerste dochter.
Op dat moment realiseerde S. zich heel goed dat ze voorlopig geen opleiding meer kon doen. Ze wilde er voor het kind zijn. Uit interview blijkt dat S. tot haar 29ste huisvrouw is gebleven.
Op haar 30ste werd ze overblijfmoeder op de basisschool waar haar kinderen naar toe gingen. Dit heeft ze met veel plezier zes jaar lang gedaan. In dezelfde tijd was S. vrijwilligster op de kinderopvang ‘Oei ik groei’ in Vaals. S. geeft aan dat ze deze periode heel erg heeft genoten van haar werk als zowel overblijfmoeder als vrijwilligster. ‘Eindelijk deed ik dat waar mijn interesse en passie liggen’.  Nadat haar kinderen niet meer naar de basisschool gingen en ze niet meer als vrijwilligster terecht kon in de kinderopvang is ze op haar 37ste als huishoudelijke hulp gaan werken bij PGB. Dit werk heeft ze tien jaar verricht. Omdat het werk binnen de PGB heel erg schaars werd koos ze ervoor om iets ‘anders’ te willen.
Dit jaar op haar 47ste is ze begonnen aan een MBO niveau 2 cursus tot helpende zorg & welzijn, gastouder. Ze heeft haar diploma twee maanden geleden gehaald. Op dit moment let S. een aantal uur per week op een kind van acht maanden. S. geeft aan nu eindelijk het werk te kunnen verrichten waar ze altijd van gedroomd heeft. Ook is ze erg trots om eindelijk een diploma op zak te hebben.

S. heeft altijd voor de kinderen gezorgd. Tegenwoordig is dit niet meer nodig, twee kinderen wonen niet meer thuis en de jongste is veelal zelfstandig. Van thuis uit heeft S. dit ook zo ‘meegekregen’.  Vroeger werd er thuis ook door de moeder voor de kinderen gezorgd en de vader bracht het meeste geld thuis. S. komt uit een gezin van vier kinderen. Ze heeft twee broers en één zus. S. geeft aan dat het tegenwoordig, financieel gezien, bijna niet meer mogelijk is om rond te komen wanneer een vrouw niet meewerkt. Uit interview blijkt ook dat S. niet afhankelijk wil zijn van haar man en altijd zelf voor een inkomen wil zorgen. ‘Ik wil ook het gevoel hebben dat ik een steentje bijdraag’. Binnen hun huishouden is er geen duidelijke rolverdeling. S. geeft aan dat haar man ook veel meehelpt in het huishouden.

Wanneer er in het interview gevraagd wordt hoe S. zich op dit moment voelt geeft zij aan dat ze zich gezien de omstandigheden goed voelt. Ze is 47 jaar, maar voelt zich wel tien jaar jonger. Dit komt mede door de mensen waarmee ze omgaat. Ze luisterd naar muziek die haar jong houdt en draagt ook graag moderne kleding. Ze luisterd naar haar eigen lichaam, en gedraagd zich ook in de maatschappij zoals zij zich voelt en niet zoals het wordt voorgeschreven door de meerderheid.

S. vindt het niet prettig om mensen in hokjes te plaatsen, of zelf in een hokje geplaatst te worden. S. voelt zich volledig vrouw, maar heeft absoluut niets tegen vrouwen die zich mannelijk gedragen of andersom. Ze geeft aan dat ze mannen ‘gecompliceerde wezens’ vindt. Vaak snapt ze de denkwijze niet. Ze grapt; ‘wellicht heb ik ook de verkeerde man om mannen te begrijpen’’.  Ze is dan ook van mening dat mannen en vrouwen een andere denkwijze hebben. S. is hetero, ze heeft niets tegen homo’s of lesbiennes. Dit onderwerp treft ook haar gezin. S. verteld dat haar oudste dochter een vriendin heeft. Haar dochter had in het begin veel moeite om hier open voor te staan en dit te delen met anderen. S. geeft aan dat ze dit begrijpt, maar dit helemaal nergens voor nodig is. S. vindt het fijn om te zien hoezeer haar dochter straalt. ‘Deze smile is met geen geld ter wereld te betalen’. Binnen het gezin wordt de vriendin van haar dochter ook geaccepteerd en is het tegenwoordig een volwaardig familielid.
S. kan zich boos maken over het feit dat er nog steeds geweld heerst tegen deze ‘doelgroep’. Ze vindt dat mensen elkaar moeten respecteren op hun eigen wijze en dat mensen niet het recht hebben om over anderen te oordelen. S. is blij voor haar dochter dat het hebben van een vriendin geen problemen met zich meebrengt. Zowel in haar vriendengroep als familie wordt dit geaccepteerd.

S. heeft een grote hobby en die luidt Michael Jackson. Ze heeft ieder album, alle singles en een paar dvd’s. Daarnaast bezoekt ze regelmatig shows waarin iets van Michael Jackson naar voren komt en bezoekt ze het Michael Jackson standbeeld dat in Best staat. Ze geeft aan het iedere keer weer bijzonder te vinden wanneer ze naar het beeld toe gaat. S. komt dan in contact met mensen die hetzelfde hobby delen. Doordat ze veel naar de muziek van Michael Jackson luisterd is ze ook de Engelse taal gaan begrijpen. Echter geeft S. aan nog niet tevreden te zijn met haar huidige Engels en dit nog wil verbeteren. Wanneer in het interview gevraagd wordt naar haar talenten wordt er als allereerst ‘goed kunnen omgaan met kinderen’ gezegd. S. geeft aan veel geduld te hebben en regelmatig van anderen hoort dat ze goed met kinderen kan omgaan en dat kinderen graag bij haar over de vloer komen. Ze heeft ervaring in het opvoeden van kinderen, dit zet ze op dit moment ook voort als gastouder. Verder geeft S. aan dat ze goed in het contact leggen is met anderen, sociaal in gesteld en een handje heeft voor allerlei klusjes. Ze pakt zelf graag aan wanneer er een kamer opnieuw geverfd moet worden of kastjes in elkaar gezet moeten worden.
S. heeft sinds twee jaar twee kunst knieën. Ze heeft jarenlang last gehad van haar knieën. Ze kon hierdoor in het begin geen grote afstanden meer lopen en of sporten. Naarmate de tijd verging kon ze steeds minder. Boodschappen halen ging niet meer. Ze was afhankelijk geworden van vervoer. S. heeft zelf geen rijbewijs en was aangewezen op haar man of dochters om samen boodschappen te kunnen halen. S. vond dit helemaal niet fijn en voelde zich af en toe zelfs als last.
Door haar nieuwe knieën kan ze bepaalde sporten zoals hardlopen of skiën nog steeds niet uitoefenen. Ze kan haar knieën 110 graden buigen, maar niet door de hurken gaan. Het lukt haar dan niet om recht te komen. Tegenwoordig heeft ze heel sporadisch pijn in haar knieën, wel geeft ze aan dat dit andere pijn is dan voorheen. Voorheen was het de pijn van het versleten knie. Nu weet ze niet waar de pijn vandaan komt en denkt ze dat haar lichaam er nog aan moet wennen. Ze voelt deze pijn wanneer ze langere uren heeft gestaan. Wanneer S. een hele dag actief is geweest voelt ze dit ’s avonds enorm aan haar knieën. Toch geeft S. aan dat dit kleine minpuntje niets is in vergelijking met de deuren die weer voor haar open zijn gegaan. Ze kan weer met de hond wandelen, boodschappen doen en met haar oppas kinderen spelen. Ze is niet meer afhankelijk van mensen met een rijbewijs en auto. Ze geeft aan zich veel vrijer te voelen, ze kan gaan en staan waar zij wilt.

S. voelt zich af en toe niet op haar gemak wat betreft de situatie. Ze geeft aan eigenlijk nooit gedacht te hebben om hulp te vragen via de schuldhulpsanering. Het waren haar kinderen die haar en haar man hebben overtuigd. Uiteindelijk is ze heel blij met de keuze om toch hulp in te schakelen. Ze geloofde er steeds in om er zelf uit te komen. Ze vindt het niet prettig dat de post eerst naar de bewindvoerder wordt gestuurd voordat deze door hun wordt ontvangen, hierdoor wordt haar privacy aangetast. S. schaamt zich niet voor de situatie. Haar beste vrienden kennen de situatie. S. geeft duidelijk aan geen medelijden te willen van familie of vrienden, omdat ze het ‘probleem’ zelf hebben veroorzaakt. Af en toe is ze wel bang dat er geroddeld wordt in het dorp. Dit idee vindt zij niet prettig.
S. geeft aan de beeldvorming die er heerst over de doelgroep niet terecht te vinden. Ze geeft aan dat je nooit weet waarom iemand in zo een situatie is terecht gekomen. Wellicht is het helemaal niet de schuld van de persoon zelf. ‘Je mag een mens nooit veroordelen voor de situatie waarin degene zich bevindt’. Ze wil door de maatschappij gezien worden als mens, en niet als iemand die behoort tot een bepaalde doelgroep. ‘Ik beschouw geen mensen als rijk, arm, dom of intelligent, maar als uniek individu’.
Wanneer S. aan haar gemeenschappelijke toekomst met haar familie denkt droomt ze van verre reizen en fijn, rustig leven als (hopelijk) oma en opa. Ze willen later veel voor hun kinderen en eventueel kleinkinderen betekenen. Ze ziet haar toekomst als veilig en stabiel zodra dit ‘hoofdstuk’ is afgesloten.

Mijn beeldvorming over de doelgroep minima is positief veranderd. Ik dacht dat mensen die tot deze doelgroep behoren niet willen werken of wellicht lui zijn. Dit interview heeft een andere kant laten zien van een persoon die zich in deze situatie begeeft.
Dit interview heeft me bewust gemaakt dat niet alle mensen die tot deze doelgroep behoren hier zelf schuld aan zijn, of te wel niet willen werken. De persoon die ik heb geïnterviewd heeft altijd opgestaan voor werk zelfs als vrijwilligster. Dit interview was een echte ‘eye-opener’. 
Ik ging dit interview in zonder vooroordeel. Ik was benieuwd naar de persoon en het verhaal erachter. Naarmate het interview vorderde raakte ik steeds meer geïnteresseerd in het verhaal en merkte ik ook dat het me emotioneel raakte.
De kracht en de positieve energie die S. uitstraalde was enorm, ik raakte hiervan onder de indruk. Ik vind het mooi om te zien dat een persoon in deze situatie het lachen niet is vergaan. Ik ben erg van onder de indruk dat S. desondanks de situatie de moed niet heeft verloren, en kracht zoekt bij haar naasten en dat familie ontzetten belangrijk is.
Ik ben erachter gekomen dat ook wanneer je wieg op een goede plek heeft gestaan het kan misgaan door een echtscheiding, schulden, of werkeloosheid. Vooral als je niemand hebt om op terug te vallen kan het leven dan heel moeilijk zijn.

Armmoede in Nederland betekent vooral leven in een sociaal isolement. De schaamte niet te kunnen meedoen aan de consumptiemaatschappij is groot. Dat maakt het vaak moeilijk om in gesprek te komen met personen die hierin verzeild zijn geraakt. (Bolwijn, 2013)
Ik kan zeggen dat ik precies het tegenovergestelde heb ervaren. Hiermee maak ik ook op dat niet alle mensen over één kam geschoren mogen worden en dat je dient te kijken naar het individu als persoon.

De drie aanbevelingen die ik wil geven na het interview te hebben gevoerd luiden als volgt;
-          Breng de krachten van de persoon naar voren.
-          Probeer je af te zetten van allerlei beeldvormingen en of vooroordelen, je weet nooit waarom een persoon in een betreffende situatie zit. Luister eerst naar de persoon.
-          Geef de positieve gebeurtenissen in je leven meer aandacht dan de negatieve.


 Referentielijst

Bolwijn, M. (09 september 2013). Armoede in Nederland. Volkskrant. Gevonden op http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/3505355/2013/09/07/Armoede-in-Nederland.dhtml

Loeffen, T., & Tigchelaar, H. (2009). Retourtje Inzicht. Creatief met diversiteit voor sociale professionals. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 

Van Hintum, M. (28 mei 2012). Wie is er nou gek? Ons gedrag past niet in hokjes. Trouw. Gevonden op http://www.trouw.nl/tr/nl/4516/Gezondheid/article/detail/3262143/2012/05/28/Wie-is-er-nou-gek-Ons-gedrag-past-niet-in-hokjes.dhtml























Geen opmerkingen:

Een reactie posten