Op 19 mei jaarlijks vond het interview bij S. plaats. S.
is moeder van drie volwassen kinderen. Dochter (25 jaar) woont niet meer thuis,
net zoals dochter (23), zoon (22) woont nog thuis. S. is 26 jaar getrouwd met
haar man R. S. woont samen met haar man en zoon in een eengezinswoning in Vaals.
S. en R. zijn een jaar geleden in de schuldhulpsanering
terecht gekomen. S. en R. ontvangen iedere maand een x-bedrag aan leefgeld. Met
dit leefgeld dienen maandelijks rond te komen. Op dit moment wordt hun loon
beheert door het budget beheer. De lonen van S. en R. worden iedere maand
overgemaakt naar het budgetbeheer welke de vaste lasten iedere maand voor hen
betaald. Ook staat er een ‘post - stop’ op het huisnummer. Alle post wordt
eerst naar de bewindvoerder gestuurd voordat het doorgestuurd wordt naar S.
S. is oorspronkelijk uit Duitsland, maar bezit sinds een jaar een Nederlands paspoort. Haar moedertaal
is Duits. Door de kinderen is ze zelf Nederlands gaan leren. Tegenwoordig
spreekt ze goed Nederlands. Ze heeft Nederlands zelf geleerd geeft ze aan. ‘De
kinderen begonnen opeens Nederlands te praten’.
S. is opgegroeid op de ‘Kronenberg’, dit is een wijk in
Aken. De ‘Kronenberg’ was zoals S. beschrijft een nette sociale buurt. Veel
gezinnen met kinderen woonden hier. S. voelde zich als kind goed en veilig in
deze buurt. S. geeft aan dat iedereen elkaar kende en er goed op elkaar gelet
werd. Haar ouders werkten destijds allebei. Haar vader was schilder en haar
moeder poetste om iets extras te verdienen per maand. Ze geeft aan vroeger al
tot de arbeidersklasse te horen en dat ze hier nog steeds toebehoort.
S. is Katholiek opgevoed. Tegenwoordig bezoekt ze de kerk
nauwelijks. S. geeft aan dat de kerk en haar geloof los van elkaar staan . Ze
geloofd in ‘iets’ maar kan niet goed beschrijven wat ‘het’ is. Haar kinderen
zijn ook Katholiek opgevoed. De kinderen van S. hebben ook de communie gedaan. S.
geloofd dat er iets is dat zich ontfermt over haar kinderen. S. accepteert
allerlei geloven, en wil ook dat anderen haar geloof accepteren. ‘Mensen zijn
vaak jaloers op elkaar, wanneer mensen elkaar zouden respecteren en hen in hun
eigen waarde zouden laten zouden er minder ruzies zijn en zou er minder geweld
zijn op deze aarde’.
S. zegend haar kinderen en familie iedere avond. Op die
manier hoopt ze dat haar familie gezond en gelukkig blijft. Het gezin viert
alle katholieke feesten zoals kerstmis en pasen. Ook worden de verjaardagen van
de familieleden ieder jaar gevierd.
Uit interview blijkt dat S. iedere morgen alle
boterhammen voor de thuiswonenden smeert. Ze geeft aan dit ze dit van dag één
tot nu heeft gedaan. ‘Het is een ritueel geworden’. Een ander ritueel wat S.
erg belangrijk vindt is het samen aan tafel zitten en avondeten. Tegenwoordig
zijn er nog maar drie stoelen bezet in plaats van vijf. S. geeft aan dit een
fijn moment te vinden.
Tot haar zestiende heeft S. op de ‘Hauptschule’
(voortgezet onderwijs) gezeten. Vanuit de Hauptschule heeft ze de stap naar de
‘Haushaltschule’ gemaakt. Haar droom was altijd om te werken met kinderen.
Tijdens de Haushaltschule liep ze stage bij een kinderopvang in Aken. Haar doel
was om uiteindelijk ook een vaste baan te krijgen bij deze opvang. Echter werd
snel duidelijk dat dit niet kon vanwege haar geloof. De kinderopvang was
Protestants en S. is Katholiek. S zegt: ‘Dit bericht sloeg in als een bom’.
Omdat S. op dat moment niet goed wist waar ze terecht kon is zij begonnen met
werken bij de Lindt fabriek. S. raakte snel gewend aan het werk en vond het fijn om iedere maand een inkomen te hebben.
Zondoende werkte ze hier tot haar twintigste. In dezelfde periode leerde S.
haar man R. kennen. Het jonge paar ‘zweefde’ op een enorme roze wolk en voordat
ze het wisten waren ze in verwachting van hun eerste dochter.
Op dat moment realiseerde S. zich heel goed dat ze voorlopig
geen opleiding meer kon doen. Ze wilde er voor het kind zijn. Uit interview
blijkt dat S. tot haar 29ste huisvrouw is gebleven.
Op haar 30ste werd ze overblijfmoeder op de
basisschool waar haar kinderen naar toe gingen. Dit heeft ze met veel plezier
zes jaar lang gedaan. In dezelfde tijd was S. vrijwilligster op de kinderopvang
‘Oei ik groei’ in Vaals. S. geeft aan dat ze deze periode heel erg heeft
genoten van haar werk als zowel overblijfmoeder als vrijwilligster. ‘Eindelijk
deed ik dat waar mijn interesse en passie liggen’. Nadat haar kinderen niet meer naar de
basisschool gingen en ze niet meer als vrijwilligster terecht kon in de
kinderopvang is ze op haar 37ste als huishoudelijke hulp gaan werken
bij PGB. Dit werk heeft ze tien jaar verricht. Omdat het werk binnen de PGB
heel erg schaars werd koos ze ervoor om iets ‘anders’ te willen.
Dit jaar op haar 47ste is ze begonnen aan een
MBO niveau 2 cursus tot helpende zorg & welzijn, gastouder. Ze heeft haar
diploma twee maanden geleden gehaald. Op dit moment let S. een aantal uur per
week op een kind van acht maanden. S. geeft aan nu eindelijk het werk te kunnen
verrichten waar ze altijd van gedroomd heeft. Ook is ze erg trots om eindelijk
een diploma op zak te hebben.
S. heeft altijd voor de kinderen gezorgd. Tegenwoordig is
dit niet meer nodig, twee kinderen wonen niet meer thuis en de jongste is
veelal zelfstandig. Van thuis uit heeft S. dit ook zo ‘meegekregen’. Vroeger werd er thuis ook door de moeder voor
de kinderen gezorgd en de vader bracht het meeste geld thuis. S. komt uit een
gezin van vier kinderen. Ze heeft twee broers en één zus. S. geeft aan dat het
tegenwoordig, financieel gezien, bijna niet meer mogelijk is om rond te komen
wanneer een vrouw niet meewerkt. Uit interview blijkt ook dat S. niet
afhankelijk wil zijn van haar man en altijd zelf voor een inkomen wil zorgen.
‘Ik wil ook het gevoel hebben dat ik een steentje bijdraag’. Binnen hun
huishouden is er geen duidelijke rolverdeling. S. geeft aan dat haar man ook
veel meehelpt in het huishouden.
Wanneer er in het interview gevraagd wordt hoe S. zich op
dit moment voelt geeft zij aan dat ze zich gezien de omstandigheden goed voelt.
Ze is 47 jaar, maar voelt zich wel tien jaar jonger. Dit komt mede door de
mensen waarmee ze omgaat. Ze luisterd naar muziek die haar jong houdt en draagt
ook graag moderne kleding. Ze luisterd naar haar eigen lichaam, en gedraagd
zich ook in de maatschappij zoals zij zich voelt en niet zoals het wordt
voorgeschreven door de meerderheid.
S. vindt het niet prettig om mensen in hokjes te
plaatsen, of zelf in een hokje geplaatst te worden. S. voelt zich volledig
vrouw, maar heeft absoluut niets tegen vrouwen die zich mannelijk gedragen of
andersom. Ze geeft aan dat ze mannen ‘gecompliceerde wezens’ vindt. Vaak snapt
ze de denkwijze niet. Ze grapt; ‘wellicht heb ik ook de verkeerde man om mannen
te begrijpen’’. Ze is dan ook van mening
dat mannen en vrouwen een andere denkwijze hebben. S. is hetero, ze heeft niets
tegen homo’s of lesbiennes. Dit onderwerp treft ook haar gezin. S. verteld dat
haar oudste dochter een vriendin heeft. Haar dochter had in het begin veel
moeite om hier open voor te staan en dit te delen met anderen. S. geeft aan dat
ze dit begrijpt, maar dit helemaal nergens voor nodig is. S. vindt het fijn om
te zien hoezeer haar dochter straalt. ‘Deze smile is met geen geld ter wereld
te betalen’. Binnen het gezin wordt de vriendin van haar dochter ook
geaccepteerd en is het tegenwoordig een volwaardig familielid.
S. kan zich boos maken over het feit dat er nog steeds
geweld heerst tegen deze ‘doelgroep’. Ze vindt dat mensen elkaar moeten
respecteren op hun eigen wijze en dat mensen niet het recht hebben om over
anderen te oordelen. S. is blij voor haar dochter dat het hebben van een
vriendin geen problemen met zich meebrengt. Zowel in haar vriendengroep als
familie wordt dit geaccepteerd.
S. heeft een grote hobby en die luidt Michael Jackson. Ze
heeft ieder album, alle singles en een paar dvd’s. Daarnaast bezoekt ze
regelmatig shows waarin iets van Michael Jackson naar voren komt en bezoekt ze
het Michael Jackson standbeeld dat in Best staat. Ze geeft aan het iedere keer
weer bijzonder te vinden wanneer ze naar het beeld toe gaat. S. komt dan in
contact met mensen die hetzelfde hobby delen. Doordat ze veel naar de muziek
van Michael Jackson luisterd is ze ook de Engelse taal gaan begrijpen. Echter
geeft S. aan nog niet tevreden te zijn met haar huidige Engels en dit nog wil
verbeteren. Wanneer in het interview gevraagd wordt naar haar talenten wordt er
als allereerst ‘goed kunnen omgaan met kinderen’ gezegd. S. geeft aan veel
geduld te hebben en regelmatig van anderen hoort dat ze goed met kinderen kan
omgaan en dat kinderen graag bij haar over de vloer komen. Ze heeft ervaring in
het opvoeden van kinderen, dit zet ze op dit moment ook voort als gastouder.
Verder geeft S. aan dat ze goed in het contact leggen is met anderen, sociaal
in gesteld en een handje heeft voor allerlei klusjes. Ze pakt zelf graag aan
wanneer er een kamer opnieuw geverfd moet worden of kastjes in elkaar gezet
moeten worden.
S. heeft sinds twee jaar twee kunst knieën. Ze heeft
jarenlang last gehad van haar knieën. Ze kon hierdoor in het begin geen grote
afstanden meer lopen en of sporten. Naarmate de tijd verging kon ze steeds
minder. Boodschappen halen ging niet meer. Ze was afhankelijk geworden van
vervoer. S. heeft zelf geen rijbewijs en was aangewezen op haar man of dochters
om samen boodschappen te kunnen halen. S. vond dit helemaal niet fijn en voelde
zich af en toe zelfs als last.
Door haar nieuwe knieën kan ze bepaalde sporten zoals
hardlopen of skiën nog steeds niet uitoefenen. Ze kan haar knieën 110 graden buigen,
maar niet door de hurken gaan. Het lukt haar dan niet om recht te komen.
Tegenwoordig heeft ze heel sporadisch pijn in haar knieën, wel geeft ze aan dat
dit andere pijn is dan voorheen. Voorheen was het de pijn van het versleten
knie. Nu weet ze niet waar de pijn vandaan komt en denkt ze dat haar lichaam er
nog aan moet wennen. Ze voelt deze pijn wanneer ze langere uren heeft gestaan.
Wanneer S. een hele dag actief is geweest voelt ze dit ’s avonds enorm aan haar
knieën. Toch geeft S. aan dat dit kleine minpuntje niets is in vergelijking met
de deuren die weer voor haar open zijn gegaan. Ze kan weer met de hond
wandelen, boodschappen doen en met haar oppas kinderen spelen. Ze is niet meer
afhankelijk van mensen met een rijbewijs en auto. Ze geeft aan zich veel vrijer
te voelen, ze kan gaan en staan waar zij wilt.
S. voelt zich af en toe niet op haar gemak wat betreft de
situatie. Ze geeft aan eigenlijk nooit gedacht te hebben om hulp te vragen via
de schuldhulpsanering. Het waren haar kinderen die haar en haar man hebben
overtuigd. Uiteindelijk is ze heel blij met de keuze om toch hulp in te
schakelen. Ze geloofde er steeds in om er zelf uit te komen. Ze vindt het niet
prettig dat de post eerst naar de bewindvoerder wordt gestuurd voordat deze
door hun wordt ontvangen, hierdoor wordt haar privacy aangetast. S. schaamt
zich niet voor de situatie. Haar beste vrienden kennen de situatie. S. geeft
duidelijk aan geen medelijden te willen van familie of vrienden, omdat ze het
‘probleem’ zelf hebben veroorzaakt. Af en toe is ze wel bang dat er geroddeld
wordt in het dorp. Dit idee vindt zij niet prettig.
S. geeft aan de beeldvorming die er heerst over de
doelgroep niet terecht te vinden. Ze geeft aan dat je nooit weet waarom iemand
in zo een situatie is terecht gekomen. Wellicht is het helemaal niet de schuld
van de persoon zelf. ‘Je mag een mens nooit veroordelen voor de situatie waarin
degene zich bevindt’. Ze wil door de maatschappij gezien worden als mens, en
niet als iemand die behoort tot een bepaalde doelgroep. ‘Ik beschouw geen
mensen als rijk, arm, dom of intelligent, maar als uniek individu’.
Wanneer S. aan haar gemeenschappelijke toekomst met haar
familie denkt droomt ze van verre reizen en fijn, rustig leven als (hopelijk)
oma en opa. Ze willen later veel voor hun kinderen en eventueel kleinkinderen
betekenen. Ze ziet haar toekomst als veilig en stabiel zodra dit ‘hoofdstuk’ is
afgesloten.
Mijn beeldvorming over de doelgroep minima is positief
veranderd. Ik dacht dat mensen die tot deze doelgroep behoren niet willen
werken of wellicht lui zijn. Dit interview heeft een andere kant laten zien van
een persoon die zich in deze situatie begeeft.
Dit interview heeft me bewust gemaakt dat niet alle
mensen die tot deze doelgroep behoren hier zelf schuld aan zijn, of te wel niet
willen werken. De persoon die ik heb geïnterviewd heeft altijd opgestaan voor
werk zelfs als vrijwilligster. Dit interview was een echte ‘eye-opener’.
Ik ging dit interview in zonder vooroordeel. Ik was
benieuwd naar de persoon en het verhaal erachter. Naarmate het interview
vorderde raakte ik steeds meer geïnteresseerd in het verhaal en merkte ik ook
dat het me emotioneel raakte.
De kracht en de positieve energie die S. uitstraalde was
enorm, ik raakte hiervan onder de indruk. Ik vind het mooi om te zien dat een
persoon in deze situatie het lachen niet is vergaan. Ik ben erg van onder de
indruk dat S. desondanks de situatie de moed niet heeft verloren, en kracht
zoekt bij haar naasten en dat familie ontzetten belangrijk is.
Ik ben erachter gekomen dat ook wanneer je wieg op een
goede plek heeft gestaan het kan misgaan door een echtscheiding, schulden, of
werkeloosheid. Vooral als je niemand hebt om op terug te vallen kan het leven
dan heel moeilijk zijn.
Armmoede in Nederland betekent vooral leven in een
sociaal isolement. De schaamte niet te kunnen meedoen aan de
consumptiemaatschappij is groot. Dat maakt het vaak moeilijk om in gesprek te
komen met personen die hierin verzeild zijn geraakt. (Bolwijn, 2013)
Ik kan zeggen dat ik precies het tegenovergestelde heb
ervaren. Hiermee maak ik ook op dat niet alle mensen over één kam geschoren
mogen worden en dat je dient te kijken naar het individu als persoon.
De drie aanbevelingen die ik wil geven na het interview
te hebben gevoerd luiden als volgt;
-
Breng de krachten van de persoon naar voren.
-
Probeer je af te zetten van allerlei
beeldvormingen en of vooroordelen, je weet nooit waarom een persoon in een
betreffende situatie zit. Luister eerst naar de persoon.
-
Geef de positieve gebeurtenissen in je leven
meer aandacht dan de negatieve.
Bolwijn, M. (09 september 2013). Armoede in Nederland. Volkskrant. Gevonden op http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/3505355/2013/09/07/Armoede-in-Nederland.dhtml
Loeffen, T., & Tigchelaar, H. (2009). Retourtje Inzicht. Creatief met diversiteit voor sociale professionals.
Bussum: Uitgeverij
Coutinho.
Van Hintum, M. (28 mei 2012). Wie is er nou gek? Ons gedrag past
niet in hokjes. Trouw. Gevonden op
http://www.trouw.nl/tr/nl/4516/Gezondheid/article/detail/3262143/2012/05/28/Wie-is-er-nou-gek-Ons-gedrag-past-niet-in-hokjes.dhtml
Geen opmerkingen:
Een reactie posten