Etniciteit
Mevrouw
is geboren en getogen in Bosnië. Ze was 31 toen zij met haar oudste dochter
naar Nederland vluchtte vanwege de oorlog. Haar man bleef nog in Bosnië omdat
hij verplicht in het leger moest blijven. Ze besefte snel dat zij haar leven in
Nederland moest oppakken. Dit was wel erg moeilijk voor haar. Zij was alleen in
Nederland en wist niet of zij haar man nog levend terug zou zien. Ze probeerde
zich zo snel mogelijk aan te passen aan de Nederlandse maatschappij.
In
het huishouden gelden er wel traditionele
Bosnische regels. Kinderen luisteren naar de ouders. Moeder zorgt voor het
huishouden en vader werkt. Met de vraag of zij dan ook een duidelijke grens zit
tussen vader en moeder, zei mevrouw lachend:
‘Een
vader is het hoof van het gezin, maar een moeder is de nek en kan het hoofd
elke kant op draaien die zij wilt. De vader gelooft dat hij de baas is maar
eigenlijk heeft de moeder de leiding’ (persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Ondanks
de traditionele verdeling in het huishouden heeft dat geen invloed op het feit
dat mevrouw weinig te besteden heeft. Mevrouw en haar man werken hard maar door
omstandigheden zijn zij in een situatie beland waardoor zij in de minimagroep
vallen. Haar man is voor een groot deel afgekeurd en mevrouw heeft nooit de mogelijkheid
gehad om in Nederland een diploma te halen. Meneer ging werken wat toen betekende dat mevrouw de opleiding
zelf moest betalen. Het gezin had
toentertijd daar geen geld voor.
Religie/levensbeschouwing
Mevrouw
is Rooms-Katholiek opgevoed. Zij kwam uit een klein dorpje waar het geloof een
grote rol speelde. Regelmatig ging zij naar de kerk toen zij jonger was en
thuis bij haar ouders woonde. ‘Tegenwoordig ga ik niet meer zo vaak naar de
kerk. Ik geloof wel dat er wat bestaat, maar wat dat precies is ga ik geen
uitspraak over doen. Ik bid wel elke avond tot God. Dit hebben mijn ouders mij
meegegeven en dat wil ik niet loslaten’ (persoonlijke communicatie, 22 mei,
2014)
Het
geloof speelt een rol in haar leven. Zij is gelovig maar is ook getrouwd met
een man die een islamitische achtergrond heeft.
‘Ik
respecteer iedere geloof, dus ook die van mijn man. Ik vind niet iemand beter
of slechter vanwege zijn gelood. Ieder geloof heeft een God en een heilig boek.
Daarom oordeel ik niet en help zoveel mogelijk mensen als ik kan. Ik geloof dat
God jou geeft wat jij verdient, dus zoiets als karma (persoonlijke
communicatie, 22 mei, 2014)
Seksuele
oriëntatie
Mevrouw
is al 30 jaar getrouwd met haar man en
heeft twee dochters. Zij beschrijft haar man als het compleet tegenovergestelde
van haar.
‘Mijn
man kan nooit serieus doen behalve als die werkt. Hij maakt altijd grapjes en
vindt feestjes helemaal geweldig. Ik ben serieuzer en maak kan veel stressen’
(persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Ondanks
dat mevrouw en haar partner het tegenovergestelde zijn houdt ze wel erg van
haar man. Lachend zei mevrouw:
‘Soms
haalt hij het bloed onder mijn nagels vandaan, maar ik zou het voor niemand
willen ruilen. Hij is klein, grappig maar werkt ook hard om het gezin te onderhouden.
Hij is afgekeurd voor 50 procent maar dat houdt hem niet tegen om toch keihard
te werken. Daarom vind ik hem simpelweg geweldig’ (persoonlijke communicatie,
22 mei, 2014)
Sekse/gender
Mevrouw
beschrijft vrouwen als sterk en trots, vooral moeders. Immers houden zij het
gezin bij elkaar en zorgen zij voor de kinderen. Bij de vraag hoe ‘vrouw’ zij
zich voelt zei mevrouw: ‘Ik voel mij op en top vrouw. Iedere vrouw is in haar
eigen manier sterk en met name moeders. Zij houden het gezin bij elkaar en doen
hun best dat de kinderen goed terecht komen’ (persoonlijke communicatie, 22
mei, 2014)
Afspreken
met vriendinnen en winkelen vindt mevrouw erg leuk. Helaas kan mevrouw dit niet
vaak doen omdat het qua financiën niet gaat. ‘Bijna iedere vrouw vind het leuk
om te gaan winkelen of om naar een café te gaan. Bij mij gaat het niet. Ik
probeer liever wat geld te besparen zodat ik mijn gezin meer te eten kan kopen.
Mijn kinderen zeggen vaak dat ik mijzelf ook eens moet verwennen, maar ik
verwen liever hen ondanks dat ik weinig geld heb. Veel van mijn vriendinnen
zitten in dezelfde situatie’ (persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Mevrouw
geeft aan liever te gaan werken dan wat leuks te gaan doen met vriendinnen: ‘Ik
werk liever dan dat ik geld uitgeef aan ‘luxe’. Ondanks dat ik schoonmaakster
ben en maar twee uurtjes per dag werk, doe ik toch mijn best om wat geld in het
laatje te brengen. De laatste keer dat ik mij echt heb ziek gemeld was twee
jaar geleden. De rest van de dagen werk ik behalve met de kerstdagen. Als ik cursussen moet volgen, volg ik dat
ook. Ik wil mijn baan behouden ondanks dat het schoonmaken is. Het is ook
belang om jezelf te ontwikkelen zoals ik doe met de cursussen. De maatschappij
wordt steeds sneller en wij moeten mee om goed te functioneren’ (persoonlijke
communicatie, 22 mei, 2014)
Uit
onderzoek van het Ministerie van OCW (2011) is gebleken dat vrouwen die lager
opgeleid zijn, minder participeren in de maatschappij. Het werk gaat vaak voor.
Het is voor die vrouwen belangrijk een ‘eigen identiteit’ te hebben. Het leren
tijdens het leren speelt ook een enorme rol. Mevrouw geeft dit ook aan. Zij
participeert weinig maar gaat liever werken. Cursussen volgen doet zij ook
omdat zij bang is om haar baan te verliezen.
Professionele
specialisatie
Mevrouw
heeft geen diploma. Wel heeft mevrouw op haar 16de een certificatie
behaald als naaister.
‘Ik
was de een na oudste. Mijn oudere zus was getrouwd en ging al snel het huis
uit. Met drie jongere broertjes en zusje en een zeer zieke vader kon ik niet
aankijken hoe mijn moeder alles probeerde bij elkaar te houden. Daarom ben ik
met school gestopt en heb naaicursussen gevolgd’ (persoonlijke communicatie, 22
mei, 2014)
Mevrouw
was altijd een goede leerling. Zij behoorde tussen de beste studenten. Biologie
was haar favoriete vak. Haar droom was dan ook om verpleegster te worden. Van
haar keuze om te stoppen met school heeft mevrouw nooit spijt van gehad.
‘Mijn
moeder was altijd mijn held. Haar helpen was het minste wat ik kon doen. Zo was
eenmaal de situatie en daarom heb ik geen spijt’ (persoonlijke communicatie, 22
mei, 2014)
In het boek ‘Retourtje inzicht’ (2009) staat
beschreven dat armoede niet zozeer een kwestie van dom zijn of pech hebben maar
meer het ontbreken van kansen. Mevrouw was altijd een goede leerling maar had
niet de kansen om verder te leren. Dit kun je ook toepassen op de doelgroep
minima. Het feit dat mevrouw geen ‘diploma’ heeft kan bij andere mensen
overkomen alsof zij bijvoorbeeld niet naar school wilde gaan of niet verder
wilde leren. Nu zie je ook dat mensen door omstandigheden niet naar school
konden gaan en zo geen goedbetaalde baan konden vinden.
Klasse
Mevrouw
groeide op in een arm gezin. De ouders werkten op het plattenland maar konden
amper rondkomen omdat zij vijf kinderen hadden. Haar dorpje stond bekend als
het ‘boerendorp’. Echter vond mevrouw het wel altijd gezellig.
‘Mensen
in de buurt hadden weinig geld dus iedereen hielp elkaar. Sommige verbouwden
groente en fruit, de ander vlochten manden of stoelen in elkaar. Buurtbewoners
ruilden met elkaar en de rest verkochten zij op de markt. Ik ben opgegroeid met
weinig geld dus ik ben de ‘minima’ klasse wel gewend. Mijn man kwam ook uit een
arm gezin. Wij hebben nooit geleerd wat luxe is. Luxe is voor ons het gezin en
niet materiele zaken’ (persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Dus
u ziet uzelf als rijk, omdat u uw gezin als ‘luxe’ ziet?
‘Ik
heb weinig maar ik heb wel mijn gezin. Alleen met dit zie ik mijzelf als de
rijkste vrouw op aarde. Ik zou dat voor geen goud willen ruilen. Dat is ook
hetgeen wat ik mijn kinderen ook probeer mee te geven’ (persoonlijke
communicatie, 22 mei, 2014)
Handicap/talent
De
gezondheid van mevrouw is de laatste jaren achteruit gegaan. Twee jaar geleden
is mevrouw gediagnostiseerd met osteoporose en artrose. Ze merkt dat zij meer
last krijgt van haar rug en knieën. Ook haar polsen beginnen pijn te doen. Zij
heeft van de dokter polsbeschermers gekregen van de dokter.
Mevrouws
hobby is koken.
‘Koken
is mijn hobby. Ik vind het leuk om te experimenteren met eten. Vaak probeer ik
mijn moeders recepten te verbeteren maar de kookkunsten van mijn moeder kan
niemand overtreffen’ (persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Mevrouw
gaf aan wel pijn te hebben tijden het koken. De pijn is er vooral als zij
dingen moet snijden. ‘Ik vind het eigenlijk erg dat ik pijn heb bij de kleinste
bewegingen. Dat haat ik zelfs. Ik ben bang dat het steeds erger zal worden en
uiteindelijk niks meer kan’ (persoonlijke communicatie, 22 mei, 2014)
Zoals
beschreven op http://www.nji.nl/Gevolgen-voor-ontwikkeling is er
weinig literatuur te vinden dat een verband beschrijft tussen armoede en
gezondheid. Echter staat er wel beschreven dat gezondheidsrisico’s zich bevinden
in 3 soorten huishoudens. Eenoudergezinnen, gezinnen waarvan beide ouders in
het buitenland zijn en grote gezinnen. Binnen deze gezinnen zijn de
gezondheidsrisico drie tot acht keer zo groot.
Levensfase/generatie
Mevrouw
is in 1962 geboren. Bij de vraag hoe oud zij zich werkelijk voelt moest mevrouw
nadenken.
‘Eerlijk
gezegd voel ik mij veel ouder dan ik werkelijk ben. Mijn gezondheid is de
laatste jaren achteruit gegaan. Ik heb pijn en ben vermoeid’ (persoonlijke
communicatie, 22 mei, 2014)
Het
toekomstbeeld van mevrouw is duidelijk. Als de jongste dochter klaar is met
haar opleiding en haar man met pensioen kan gaan, gaan zij terug naar Bosnië.
‘In
Nederland heb ik niets te zoeken. Bosnië is mijn land. Ik heb daar mijn huis
staan. Daar zijn mijn ouders begraven en daar wil ik ook begraven worden. Ik
weet dat mijn kinderen in Nederland blijven. Persoonlijk vind ik dat wel erg
jammer maar zij zijn Nederland gewend en hebben alles hier. Vrienden, opleiding
en uiteindelijk ook werk en dat wil ik niet van hun afpakken’ (persoonlijke
communicatie, 22 mei, 2014)
Conclusie
Tijdens dit interview ben ik er achter gekomen dat je bij
mensen geen label kan plakken of in hokjes kan plaatsen, hoe praktisch dit voor
ons kan zijn. Ieder mens heeft zijn of haar eigen verhaal die je eerst moet
kennen voordat je oordeelt.
Bij minima dacht ik meestal dat het mensen zijn die niet
willen werken. Nu weet ik ook dat er mensen zijn die juist wel willen werken
maar het niet kunnen omdat zij bijvoorbeeld ziek zijn zoals mevrouw en haar
man. Immers kun je niet altijd zien aan een persoon of diegene ziek is of niet.
Je kunt niet aan mevrouw zien of zijn artrose en osteoporose heeft, en aan haar
partner kun je niet zien dat hij voor een deel is afgekeurd.
Het kan ook zo zijn dat zij door omstandigheden in de
minimagroep zijn gevallen. Zoals wij bij mevrouw hebben gezien. Zij heeft nooit
haar diploma behaald omdat zij haar moeder ging helpen.
‘Het is niet zozeer
een kwestie dom zijn of pech hebben maar meer het ontbreken van kansen’
De aanbevelingen van mevrouw zijn dan ook heel duidelijk.
Mevrouw zou het mooi vinden als wij deze punten bij onze manifestatie zou zien.
1.
Mensen laten zien dat er ook in de minimagroep
mensen zijn die juist wel willen werken maar het soms niet kunnen door
omstandigheden en dat niet iedereen een ‘uitkeringstrekker’ is
2.
Vooral de minima laten zien dat zij toch rijker
zijn, dan zij zelf denken. Een gezin hebben of vrienden is ook luxe!
3.
Minima’s laten inzien dat het niet uitmaakt wat
je voor werk doet, als je maar werkt en jezelf blijft ontwikkelen door
bijvoorbeeld cursussen te volgen. De maatschappij wordt steeds dynamischer en
wij burgers moeten met de maatschappij mee.
Reflectie
Reflectiespiraal van Korthagen
Stap 1: ervaring
opdoen
Mijn betekenisvolle situatie was, toen mevrouw zei dat
zij haar familie als luxe zag en geen materiele zaken. Dat vond ik een mooi
moment. Ik ben een persoon dat luxe erg fijn vind. Op dat moment besefte ik mij
dat elk materiaal te vervangen is, maar familie niet. Ik mag blij zijn dat ik
een hechte familie heb waar ik altijd op kan terug vallen.
Stap 2: terugblikken
Toen mevrouw dat zei viel ik stil en moest een beetje
lachen. Toen besefte ik me dat luxe (of rijkdom) ook familie kan zijn in plaats
van materiele dingen. Mevrouw werd ook stil en keek mij aan. Vervolgens ging
zij verder met haar verhaal.
Op dat moment dacht ik letterlijk: Zij heeft gelijk. Luxe
is iets wat je in een klap kan kwijtraken maar wel vervangen. Familie kan voor
geen geld vervangen worden. Mevrouw dacht aan haar familie, want opeens vertelde
zij meer over haar man en dochters.
Ik voelde blijdschap maar ook schaamte. Ik was erg blij
dat ik me besefte dat ik erg ‘rijk’ ben omdat ik een hele hechte familieband
heb, maar ook schaamte omdat ik wel veel waarde hecht aan luxe en soms teveel
waarde, waardoor ik anderen mensen (on)bewust kan kwetsen.
Ik wilde op dat moment er over na blijven denken, omdat
ik het een hele mooie zin vond. Mevrouw wilde vooral verder met haar verhaal
gaan.
Stap 2+:
geconstateerde consequenties op het verleden
Wat ik vooral besefte was, dat ik mijzelf soms tegenwerk
juist omdat ik van luxe houd. Ik zet dan bijvoorbeeld mijn prioriteiten
verkeerd. Ik ga werken in plaats van leren. Of ik geef teveel geld uit waardoor
ik mijn rekeningen niet kan betalen.
Ook dat ik soms mensen kwets. Ik zie dan bijvoorbeeld
iets moois wat ik koste wat kost moet hebben. Iemand die mij dan probeert
‘tegen te houden’ kan ik erg kwetsen.
Ten slotte ook dat ik soms heel egoïstisch kan zijn in
mijn koopgedrag.
Stap 3: formuleren
van de essentiële aspecten
Mij is het opgevallen dat ik op sommige momenten, luxe
boven mijn familie koos. Ik kan ook erg vastberaden zijn om mijn ‘doel’ te
bereiken ten kosten van anderen. Ook heb ik een eigen willetje.
Stap 3+: mogelijke
consequenties
Als ik dit blijf doen, kan ik mijn familie of vrienden
erg kwetsen. Mensen kunnen dan een verkeerd beeld krijgen van mij, wat ik
uiteraard niet wil.
Ten slotte kan ik meer waarde gaan hechten aan luxe in
plaats van mijn familie en vrienden.
Stap 4:
alternatieven
De volgende keer als ik iets zie wat ik graag wil hebben,
ga ik nadenken of ik het ook werkelijk moet hebben. Als het niet noodzakelijk
is koop ik het niet.
Verder ga ik proberen om meer rekening te houden met de
gevoelens van anderen mensen waardoor ik hen minder kwets.
Literatuurlijst
De
Bie, A., & Hendrix, A. (2014). Module
SWVT 1.5 2013-2014 OLP-4.Diversiteit. Van vooroordeel naar veel interesse. Sittard:
Zuyd Hogeschool. Faculteit Sociale Studies.
Loeffen,
T., & Tigchelaar, H. (2009). Retourtje inzicht. Creatief met diversiteit
voor sociale professionals. Bussum: uitgeverij coutinho.
Nederlands
Jeugd Instituut. Kennis over jeugd en opvoeding. (z.d.). Armoede in gezinnen. Gevolgen voor ontwikkeling. Geraadpleegd op 23
mei 2014, van
Van
Ommeren, M., Volker, F., Folkeringa, M & Engelen, M. (2011). Ministerie van OCW. Je weet wat je hebt,
maar niet wat je krijgt. Niet werkende vrouwen en de keuze voor werk. Zoetermeer: Research voor Beleid. Onderdeel van Panteia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten