donderdag 5 juni 2014

Theorie minima

Theorie


Mensen in de bijstand hebben geen zin om te werken.
Het lijkt er eerder op dat veel van hen niet kúnnen werken. 80 Procent van de bijstandsontvangers kampt met één of meer belemmeringen waardoor zij moeilijk een baan kunnen vinden, blijkt uit een onderzoek onder gemeentelijke sociale diensten in 2011. Ze zijn te laag opgeleid, hebben een gebrek aan werkervaring of hebben fysieke, sociale of psychische problemen. Bijna een derde van de mensen in de bijstand heeft een gedeeltelijke of volledige ontheffing van de arbeidsplicht, bijvoorbeeld omdat ze er niet toe in staat zijn door medische problemen.                                              

Je kunt beter in de bijstand zitten dan werken voor het minimumloon.
Een alleenstaande in de bijstand ontvangt €627,93 netto per maand, iemand die het minimumloon verdient krijgt 1.469,40 euro bruto per maand. Van dat brutobedrag blijft ongeveer 1242 euro over, afgaande op een berekening op www.loonwijzer.nl. Dat is bijna twee keer zoveel als de bijstandsuitkering. Het loont dus om te werken, tenzij je 1.255,86 euro netto per maand voor twee mensen prima vindt – dat krijgen stellen in de bijstand.                                                            
         
Er komen steeds meer uitkeringstrekkers bij.
Zo’n 390.000 Nederlanders ontvangen een bijstandsuitkering, volgens de meest recente cijfers van het centraal bureau de Statistiek uit maart. Dat zijn er 11 duizend meer dan een kwartaal eerder. Dus inderdaad: het aantal bijstandsontvangers neemt toe. Dit is deels te verklaren door de economische crisis, waardoor het aantal werklozen stijgt. Nog eens 378.000 Nederlanders zitten zonder werk en ontvangen een ww-uitkering.

Veel uitkeringstrekkers frauderen door zwart te werken of door samen te wonen.
Er zijn inderdaad bijstandsontvangers die zwart werken of stiekem samenwonen (en tegelijkertijd een bijstandsuitkering ontvangen voor alleenstaanden). Maar hoeveel dat er precies zijn, is onbekend. Sociaal rechercheurs brachten voor zo’n 54 miljoen aan bijstandsfraude aan het licht, maar zij geloven dat er meer wordt gesjoemeld. Sinds 1 januari dit jaar pakt de overheid fraudeurs hard aan: zij moeten teveel ontvangen uitkeringen volledig terugbetalen én een boete die net zo hoog is als dat teveel ontvangen bedrag.  

De overheid doet weinig om mensen uit de bijstand te krijgen.
De huidige regering van PvdA en VVD heeft ingevoerd dat van mensen met een bijstandsuitkering een tegenprestatie mag worden verwacht. Rotterdam en Enschede, bijvoorbeeld, verplichten bijstandsontvangers om koffie te schenken in een verzorgingshuis of om klaarover te zijn. Het kabinet wil laten onderzoeken hoe gemeenten omgaan met de tegenprestatie, omdat er gemeenten zijn die moeite hebben met het vormgeven van het beleid. Volgens vakbond FNV wordt werk dat voorheen betaald werd gedaan nu overgenomen door bijstandsontvangers en is er dus sprake van verdringing.
  
Voor mensen uit een lagere klasse lijken mensen uit een hogere klasse meer innerlijk ontwikkeld. Door hun materieel betere positie en betere scholing zijn zij beter in staat allerlei persoonlijke eigenschappen te ontwikkelen, zoals rationaliteit en controle over zichzelf en dus over hun levensloop. Zij hebben meer kans om “the waepons of the self” te ontwikkelen. Het is ten opzichte van iemand die deze kans niet heeft gehad een superieure kracht. Men heeft daardoor (als men vanuit de lagere klasse komt) altijd het gevoel zich te moeten verdedigen, men heeft gevoelsmatig minder recht op de verworven hogere positie. (Van den Bulk, L. 2011) Door het gelijkheidsideaal in de moderne westerse samenleving worden statusverschillen niet openlijk erkend, er rust een taboe op het spreken statusverschillen en statusverwerving. (Van den Bulk, L. 2011).       Voor sommigen is de noodzaak om geld te verdienen een gevolg van een traumatische ervaring. Het gevolg is dat er woedeaanvallen en serieuze conflicten ontstaan, prioriteiten niet duidelijk zijn, we te veel geld uitgeven, we opgezadeld zitten met schulden en het gezinsleven erdoor beïnvloed wordt. (De Vries, MK. 2008). In een traditionele samenleving zijn statussymbolen gebonden aan de bezittingen en machtposities van de verschillende klassen. In de moderne samenleving hebben statussymbolen zoals luxe goederen en dure merkkleding zelf een normatieve betekenis gekregen en zijn ze eerder gebonden aan de zelfgekozen leefstijl (Van den Bulk, L. 2011). De kans is groot dat mensen die geobsedeerd zijn door geld, in hun jeugd de gevolgen van ernstig geldgebrek (reëel of gepercipieerd ervaren hebben. (De Vries, MK. 2008)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten